Ooit was de Westelijke Woestijn van Egypte een oerzee. Het water is verdwenen, wat rest is een zandvlakte met bizarre rotsformaties in betoverende kleuren. De Witte Woestijn is een unieke bestemming voor avontuurlijke reizigers in Egypte.
Ik hou van de woestijn. Ik hou van de uitgestrekte leegte, het zand, de stenen en de kleuren. Ik hou van de overweldigende stilte.
Excursie naar de Witte en Zwarte Woestijn
Het is lastig om met eigen vervoer naar de Witte Woestijn in Egypte te rijden. Ik boek daarom een driedaagse excursie met gids vanuit Cairo. De eerste nacht slaap in een eenvoudig hotel aan de rand van de Westelijke Woestijn, de volgende nacht kampeer ik onder de sterren.
De chaos en de drukte van Caïro maakt al snel plaats voor een lange weg. Een weg naar het eind van de wereld lijkt het wel. Want aan weerszijden van de weg is niks dan vlakte en zand. Af en toe staat er een telefoonmast, met daaronder een groot zonnepaneel. Logisch. Je moet toch naar huis kunnen bellen om te zeggen hoe mooi de 489.365.424.257 zandkorrel vanaf Caïro is.
Leven in de woestijn: Bahariya
En dan ineens, na 400 kilometer, eindigt de weg in een dorp. In Bahariya. De belangrijkste eerste stop in het dorp is het tankstation. Want zelfs in een land waar olie uit de grond komt, kan een diesel-quotum zijn. Je mag niet je tank vullen, er is een maximaal aantal liters wat je per keer in je tank mag gooien. En aangezien onze tank bijna leeg is, staan we ineens in een mini-file midden in een dorp in de woestijn.
Het geeft niet. Ik loop een beetje rond rondom het tankstation, ik maar foto’s, en ik kijk mijn ogen uit. Dit is mijn vijfde bezoek aan Egypte, maar dit deel van het land is nieuw voor me. Kleurrijke bedoeïen, maar anders dan in Dahab.
Oudheden in het museum van Bahariya
’s Middags verken ik de omgeving van het dorp. Ik ga eerst naar het museum van Bahariya. Het terrein rondom het museum is een bouwput, en de eigenaar van de sleutel die toegang tot het museum verschaft is in eerste instantie zoek. Maar uiteindelijk wordt de sleutel gevonden en mag ik naar binnen. In het museum ligt een klein aantal mummies. Niet zo veel en goed bewaard als in Cairo, maar door een verlaten sfeer en een eigenaar van een sleutel die veel over de mummies weten te vertellen wordt het bezoek bijzonder.
De tombe van Bannantiu
Volgende stop is de tombe van Bannantiu. Een kleine kapel, deels overkapt. De restauratie is nog in volle gang. De warmwaterbron net buiten het dorp is niet echt mooi, en ik voel er weinig voor om me in het geurende water te badderen. De dorpsbewoners doen dat echter regelmatig, zoals zelf de Romeinen dat eeuwen geleden deden.
Een dorp met een rijke geschiedenis. Het dorp heeft zelfs een tempel voor niemand anders dan Alexander de Grootte. Het jammere is alleen dat Alex himself nooit een voet in zijn eigen tempel heeft gezet. Op de wanden van de tempel zijn enige muurschilderingen te zien, maar een goot deel van de tempel, en met name de kolonade, ligt plat op de grond.
De eerste zandduinen in Egypte
Ik laat het dorp achter me, en trek dieper de woestijn in. Ver hoef ik niet te gaan, de jeep verruilt al snel de verharde weg vanuit Bahariya voor de zandduinen naast de weg. De kleur van de woestijn verandert, zo hier en daar zijn de eerste zwarte banen zichtbaar. En word ik bij een enorme zandduin de jeep uitgelaten.
En nu?
Ik besluit een stukje naar boven te klimmen. En een stukje verder. En dan besluit ik naar het topje van de duin te klimmen – wat overigens geen topje maar een plateau blijkt te zijn. Onder me glooit de woestijn, en in de verte is het groen van een oase. Of is het toch een fatamorgana?
Zo lastig als de weg naar boven was, zo makkelijk de weg naar beneden. Het losse zand glijdt langs mijn schoenen naar beneden, en ik glijd mee. Ik heb het gevoel alsof ik vlieg. Alsof ik 7-mijls-laarzen draag. Ik voel me vrij.
Jeepsafari naar de Zwarte woestijn
Met de jeep verder de woestijn in. Het zand wordt zwarter, en ik ben in de zwarte woestijn beland. Een woestijn met vulkanische activiteit, hoe bijzonder is dat?
Aan de rand van de zwarte woestijn ligt een bijzondere rots, de ‘crystal rock’. Toegegeven, de rotsformatie is leuk, en het licht van de zon reflecteert mooi in de ontelbare kristallen. Maar het feit dat je wéét dat er ontelbaarbare mensen voor je op deze plaats geweest zijn, de bandensporen van de jeeps, de informatieborden, de touwen en paaltjes om de rots… De wereld lijkt ineens weer dichter bij. Pats. Een kapotte zeepbel.
Maar wanneer ik een stukje verder rijd, loop ik weer in mijn eentje tussen de vulkanische bergen en het zand. Ik droom verder.
Witte woestijn van Egypte
Voor ik het weet word ik wakker in de Witte Woestijn. Er is geen zwart lavazand meer, maar het zand is fijner dan op het meest tropische strand. Zee is er echter niet. Maar daar waar normaal de golven stuk slaan op het strand, en in kleine stroompjes terug stroomt naar de zee, daar lopen nu ineens glooiende formaties van wit kalksteen.
De kalksteenformaties lijken soms op golven in de zee, een ander moment weer op een paddenstoel, of op een haas of op een kip. Het ene moment zijn de vormen zacht en glooiend, het volgende moment weer groots en overweldigend. En terwijl de zon langzaam omlaag zakt en achter de horizon verdwijnt, krijgt het mysterieuze woestijnlandschap steeds weer een andere kleur.
De gids zet de tent op, en kookt.
“Mag het licht uit?” Ehhhh…. Het licht van de sterren schijnt door het dunne zeil van mijn tent. Ik lig ingepakt in een dikke slaapzak, onder een deken van kamelenhaar. Op mijn hoofd een muts. Slaap lekker.
Zonsopkomst in de Witte Woestijn
Ik word wakker van het ligt van de zon die op begint te komen. Ik neem mijn camera te hand, en ik stap de woestijn in. In de verte ontwaken meerdere reizigers. Ik loop en loop en zoek naar een mooi plekje om te genieten van de opkomen zon.
En dan verlaat ik het sprookjesachtige landschap. De jeep rijdt naar Bahariya, waar ik nog even door het dorp loop. En dan is ineens de drukte van Cairo weer terug.
Hier vind je de complete route van mijn rondreis door Egypte.