Mijn oma schenkt me een kopje thee in. Het is avond. De woonkamer wordt spaarzaam verlicht door een schemerlamp, het is een oude mijnlamp waar nu een peertje in zit. Ik speel met een damspel, op de plastic stenen prijkt het logo van DSM. Ook na de sluiting van de mijnen in Heerlen leeft de geschiedenis voort. De mijnen in Heerlen en omgeving hebben hun sporen nagelaten.
Mijnen in Heerlen
Begin jaren ’70 bleek het niet rendabel te zijn om de Limburgse kolenmijnen open te houden. Stuk voor stuk dingen de mijnen dicht, zowel de staatsmijnen als de particuliere mijnen. Het eind van een tijdperk. De naam DSM (Dutch State Mines) wordt nauwelijks nog geassocieerd met de gesloten kolenmijnen.
Toch zijn de mijnen nog lange tijd aanwezig in vele Limburgse huishoudens. Ik ken de verhalen. Mijn vader werkte boven de grond in de tekenkamer. Verschillende familieleden werkten in de mijn – ook onder de grond. De mijnen brachten werkgelegenheid en lieten de Limburgse economie bloeien. Maar de mijnen brachten niet alleen goede dingen: mijn verdriet was groot toen mijn oude leraar stierf aan mijnwerkerslongen. En met hem vele anderen.
Industrieel erfgoed in Heerlen
Industrieel erfgoed fascineert me, zo ook de restanten van de oude Limburgse kolenmijnen. De ondergrondse gangen zijn nog, maar het bovengrondse deel van de mijnen is snel na de sluiting van de kolenmijnen verdwenen. Zuid-Limburg moest van zwart naar groen. Van mij had er echter meer van de oude geschiedenis zichtbaar mogen zijn….
Ik duik in de geschiedenis en ga op zoek naar verhalen van mijnwerkers.
De mijnschacht van Oranje Nassau
Vlakbij het station van Heerlen staat een oude mijnschacht van de Oranje-Nassau. Oranje-Nassau was het grootste particuliere mijnbouwbedrijf van Zuid-Limburg. Deze mijnen in Heerlen en omgeving waren operationeel van 1899 tot 1974.
“Het is nep. De toren bij Oranje Nassau I in het centrum van Heerlen was roestig en rot – zelfs toen de mijnen nog in werking waren. Meteen na de sluiting van de mijn is het ding gesloopt. De toren die er nu staat, was de tweede schacht van de ON I. Deze stond eerst een stukje verderop.”
Heerlen heeft veel gesloopt. Alsof de mijnen in Heerlen een zwarte bladzijde uit de geschiedenis waren. En dan heb ik niet over de kleur van het steenkool.”Â
Het Nederlands mijnmuseum
Op het terrein van de voormalige Oranje Nassau I, in schacht II, ligt het Nederlandse mijnmuseum. Gepensioneerde mijnwerkers nemen je even mee in de geschiedenis van Heerlen.
Jo vertelt vol passie over zijn oude beroep in de koel (mijnen).
“Ik heb mijn oude penning nog. Als ik de mijn inging, moest ik de penning bij de uitgang van de lift aan het bord hangen. De opzichter wist op deze manier dat ik onder de grond zat. Ging ik met de lift naar boven, dan ging de penning weer mee. Ze wisten zo precies wie wanneer aan het werk was.”
De man houdt vol trost zijn penning omhoog. Na een korte videopresentatie leidt hij me rond door het museum. Een museum met vooral gebruiksvoorwerpen van mijnwerkers.
“De mijnen waren zo slecht nog niet. Door de mijnen was Heerlen een van de rijkste steden van Nederland.”
Het werk in de mijnen werd van generatie op generatie uitgevoerd. Voor de invoering van de leerplicht mochten kinderen al vanaf 12 jaar in de mijn werken, in eerste instantie alleen bovengronds. Hier werden de kolen gesorteerd en gewassen, werden machines gebouwd en gerepareerd.
Tip: Lees meer over mijn bezoek aan de verlaten mijn Charbonnage du Chouffre N10 in België
Kinderen in de kolenmijn
Na invoering van de leerplicht moesten kinderen naar school. De Ondergrondse Vakschool was voor velen een logische keus: kinderen begonnen op 14-jarige leeftijd te leren en werken in de mijn. Op 17-jarige leertijd waren ze klaargestoomd om onder de grond te werken.
“Een mijnwerker hoeft nooit in de kou te zitten. Naast je salaris kreeg je een voorraad kolen mee naar huis, vaak genoeg voor jou en je hele familie.”
Liften met etages
In het midden van het museum staat de oude lift. Vroeger daalde deze kilometers diep de grond in, nu is het gat gedicht. De lift bestond uit meerdere etages, zo kun je veel mijnwerkers tegelijk af laten dalen.
“Om onder in de mijn te komen was je meer dan 5 minuten onderweg, en dan is de Oranje Nassau I slechts een ‘putje’ vergeleken met andere mijnen in de regio.”
Modellen met gereedschap geven een beeld van het ondergrondse leven. Mijn nieuwsgierigheid is nog niet bevredigd, ik wil het mijnleven zelf ervaren!
De steenkoolmijn in Valkenburg
Ik blijk niet de enige te zijn die nieuwsgierig is (en was) naar het leven in de mijn. Zomaar iemand af laten dalen is natuurlijk niet zonder risico, dat gebeurt daarom ook niet. In Valkenburg kun je het mijnleven ervaren.
De steenkoolmijn in Valkenburg bestaat al 100 jaar. Stiekem is het geen echte mijn, er wordt een steenkoolmijn nagebootst in de mergelgrotten van Valkenburg. Compleet met spoorlijn en werkende machines.
Een gepensioneerde mijnwerker leidt me rond.
“We werkten in drie shifts van 8 uur. Tijdens die 8 uur deden we alles onder de grond, inclusief eten en poepen. Dat laatste moest officieel op de pot, maar in de praktijk poepten veel koempels gewoon tussen de kolen in de wagon. Een schepje kolengruis erop en klaar: de kolen worden boven toch gewassen.
Soms ging het stinken. Dan zeiden we tegen elkaar: daar komt een koempel zonder licht. Ze zagen hem niet, maar konden hem wel ruiken.”
Plots is het donker. Gewoon even, om te kijken hoe het voelt. Ik zie geen hand voor ogen. Naast mij ratelt een loopband. Langzaam verplaatsen de kolen zich richting het treintje.
“Als we geen zin hadden om te lopen, gingen we soms op de band liggen. Je moest uitkijken dat je niet in slaap valt, het is pijnlijk wakker worden als en vanaf de band de grond raakt.”
Het is gaaf om de oude machine en het gereedschap in werking te zien. Ik probeer een oude drilboor vast te houden, maar het ding is zo zwaar dat ik hem nauwelijks van de grond krijg.
En dan sommeert de gids om onze oren te sluiten. Met een druk op de knop zet hij de boor in werking. Wat een herrie! Zeker wanneer je bedenkt dat niet iedereen gehoorbescherming droeg…
Na ruim een uur sta ik weer buiten, klaar om Valkenburg te ontdekken.
Tip: Wil je afdalen in een echte mijnschacht? Dat kan in de mijnen van Blegny in België.
Glaspaleis Schunck*
Aan de markt van Heerlen staat het glaspaleis, een gebouw dat een metafoor lijkt te zijn voor mijnstad Heerlen. Van rijkdom naar verval naar vernieuwend.
In het glaspaleis zit Brasserie Mijn Streek, met stip mijn favoriete eettentje in Heerlen. Het eten is goed, de sfeer is fantastisch en de gerechten zijn smakelijk en vullend. Mét een vette knipoog naar het mijnverleden.
Heerlen en de mijnen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat mag niemand ontkennen. Vooruitgang boek je niet door het verleden te vergeten, maar door de toekomst te omarmen!
Ik dank VVV Zuid-Limburg en de ex-kompels voor het tot stand komen van deze blog.