Oezbekistan bestaat vooral uit woestijn en semi-woestijn. Dat is niet te missen – zelfs niet in de stad. Ik besluit tijdens mijn Oezbekistan vakantie het gebaande pad en het comfort van de steden achter me te laten. Ik trek de woestijn in voor een overnachting in een yurt!
Ik hou van de woestijn. Met stip op één staat voor mij de witte woestijn in Egypte. Wat zal de woestijn in Oezbekistan brengen? De weg tussen Khiva en Bukhara is namelijk een beetje saai….
Reizen door de woestijn
De chauffeur die me de woestijn in brengt spreekt geen Engels. Lastig, want ik heb geen flauw idee wat we gaan doen en zien de komende twee dagen. Hij weet de weg en rijdt niet als een gek, en dat is toch wel belangrijk. De weg verdwijnt namelijk snel en voor ik er erg in heb rijden we off road.
Heilige bronnen bij Nurata
Ik stop al vrij snel bij een heilige bron, de Chashma Spring. Water is schaars in de woestijn, dus een bron is al snel heilig. Aan de overkant van de weg zie ik een oude ruïne. Wat een verschil met de goed gerestaureerde gebouwen in de steden!
Na een korte stop rijd ik verder, naar het stadje Nurata. Ik geniet van een heerlijke lunch bij mensen thuis. Zo leuk om een kijkje in hun keuken te mogen nemen. En het eten smaakt voortreffelijk.
Dan staat het bezoek van een fort van Alexander de Grote op het programma. Vanaf het fort heb ik een fraai uitzicht over het stadje en de bergen.Aan de voet van de heuvel ligt een moskee met een heilige bron, een belangrijke plek binnen de Islam. Dagelijks trekken vele pelgrims naar Nurata.
Slapen in een Yurt Oezbekistan
Net buiten de stad liggen de Nuratau mountains en de Kyzylkumwoestijn, hier zal ik in de middle of nowhere de nacht doorbrengen. Een korte rit door de bergen brengt me naar het tentenkamp. Het landschap is fantastisch, met afwisselend bergen en heuvels. De heuvels zijn enigszins groen, maar vooral ook rood. Overal bloeien klaprozen!
Het tentenkamp is luxer dan ik verwachtte: er elektriciteit en een toilet met (koud) stromend water. Omdat het niet zo druk is in het kamp, hoef ik mijn yurt alleen maar met mijn reisgenoot te delen. In de ronde tenten van huiden kunnen makkelijk zes tot acht mensen slapen, we hebben dus alle ruimte.
Nadat ik mijn tas in de Yurt heb geïnstalleerd, besluit ik de omgeving te verkennen. Veel anders is er trouwens niet te doen rondom het kamp. Je kunt rijden op een kameel, maar ik heb daar geen zin in.
Tijdens mijn wandeling verlies ik het tentenkamp niet uit het oog. Ik moet er niet aan denken om te verdwalen in de woestijn. Ik loop in een ruime boog over de heuvels om het kamp en ik geniet van de rust en de klaprozen om me heen.
’s Avonds is er een kampvuurtje en speelt iemand gitaar. Ik geniet van de sterrenhemel voordat ik mijn bedje in kruip. Of beter: voordat ik op mijn harde rieten matje plof. Slapen in een Yurt in de woestijn is niet zo comfortabel.
Registratie
Na het ontbijt is het tijd voor de registratie. In de hotels moest je bij het inchecken je paspoort even achter laten, maar hier in het tentenkamp gaat het wat gemoedelijker (en inefficiënter). Zorgvuldig worden mijn naam, paspoortnummer en de geldig van mijn paspoort overgenomen in een schriftje. Letter voor letter. De eigenares van de yurts is niet geheel gewend aan het Romaanse schrift. Ik krijg een briefje met een stempel van het hotel, een handtekening van de eigenares en een volgnummer. Nummertje 71. Het seizoen is net begonnen.
Aydarkul Lake
Vlak bij het tentenkamp ligt Aydarkul Lake. Er wordt gezwommen in het meer, zelf blijf ik op het strand. Het voelt een beetje raar om te spreken van een strand in de woestijn, maar meer kan ik er niet van maken.
Na de lunch vertrek ik naar Samarkand, een rit die vier uur duurt.