Het fotograferen van wildlife is hot en happening. Van vossen in Nederland tot wilde olifanten in Afrika en alles wat er tussen zit. Maar hoe moet je wildlife fotograferen?
Wildlife fotograferen: Verdiep je in je onderwerp
Het is bijzonder om ineens oog in oog te staan met een olifant. De adrenaline giert door je lijf. Het liefst richt je meteen de camera op het dier en maak je een foto. Logisch.
Maar verdiep je in een wild dier voordat je op pad gaat. Wanneer is het dier actief? Waar heb je de meeste kant wildlife te zien? Wat eet een dier en wat is zijn habitat? Hoe zien zijn pootafdrukken en uitwerpselen er uit? Als je dit allemaal weet is wildlife fotograferen ineens een stuk makkelijker!
Bij een georganiseerde safari in Afrika heeft een ranger deze kennis, maar bij een self drive ben je op je eigen kennis aangewezen. Ook het spotten van wildlife in Nederland moet je je een beetje voorbereiden.
Tip: Wil je wildlife fotograferen in Nederland? Hier lees je meer over vossen in de Amsterdamse waterleidingduinen.
Ook loont het om meer te weten over het gedrag van een dier. Op welke manier springt de aap in het rond? Wanneer gaapt de leeuw? Hoe vangt de otter een vis? Wanneer je deze patronen herkent, kun je wildlife op pakkende wijze fotograferen. Geduld loont, zeker bij wildlifefotografie.
Jaag dieren niet op
Het opjagen van wildlife is not done. Allereerst is het niet fijn voor een dier wanneer het de hele dag achterna gezeten wordt door een jeep of een kudde fotografen. De kans is groot dat het dier weg zal rennen. Dag foto! Niemand zit te wachten op de achterkant van een neushoorn.
Als je je afwachtend opstelt, zullen dieren hun natuurlijke gedrag vertonen. Je kunt het beste wildlife fotograferen wanneer het dier zich op zijn gemak voelt. Stel je verdekt op en houd rekening met de richting van de wind. De meeste dieren hebben een goede neus.
Wanneer je je een beetje hebt verdiept in het gedrag van het wilde dier, dan weet je op welke plek of plekken je het kunt verwachten. Veel dieren volgen vaste routes.
Tip: met een goede telelens kun je vanaf een gepaste afstand wildlife fotograferen.
Sta eens vroeg op voor het fotograferen van wilde dieren
De morgenstond heeft goud in de mond. In de ochtend heb je vaak prachtig licht. Daarnaast is het in de vroege ochtend vaak minder druk met wandelaars en fotografen.
Sommige dieren zijn vooral in de schemering en in de vroege ochtend actief. Het heeft geen zin om op klaarlichte dag op zoek te gaan naar everzwijnen. Die verschuilen zich dan. De hertenbronst kun je juist het beste aan het eind van de middag fotograferen.
Hoe fotografeer je wildlife?
Nu even wat aandacht voor de instellingen van de camera.
De meeste dieren zitten niet muisstil. Sterker nog: wilde dieren bewegen snel en onverwachts. Bij wildlifefotografie wil je de beweging van het moment bevriezen. Kies daarom een korte sluitertijd.
Voor veel dieren betekent dit een sluitertijd van 1/1250 of sneller. Voor langzame dieren heb je meer speling.
Tip: Lees meer over sluitertijd.
Zet je camera in de continumodus. Je maakt zo meerdere foto’s per seconde. De kans is op die manier groter dat je hét moment weet vast te leggen.
Benodigde apparatuur voor wildlifefotografie
- Wanneer je wildlife wil fotograferen is een telelens (bijna) onmisbaar. Zelf maak ik gebruik van een Canon 70-200mm F4.0 en een Sigma 100-400mm F5.0
Tip: De meeste (lichtgevoelige) telelenzen kosten ver boven de 1000 euro. Deze sigmalens kost nog geen 900 euro en biedt een uitstekende priks-kwaliteitsverhouding - Gebruik bij voorkeur een lens met beeldstabilisatie, met een telelens heb je sneller last van bewegingsonscherpte
- Omdat dieren bewegen is een statief (driepoot) niet handig. Je kunt beter kiezen voor een beanbag of een statief met schommelkop. Deze kun je tijdens een safari laten rusten op de rand van de auto
- Zorg voor voldoende volle accu’s en geheugenkaarten
