Welke stand wanneer? Alles over programma keuzes op je camera’

Je camera heeft een aantal programma keuzes waarmee je de camera op verschillende manieren kunt laten werken. De belangrijkste zijn de auto, P, Tv, Av en M stand. Wat betekenen deze afkortingen? En wanneer gebruik je welke stand en waarom?

Deze blog legt alles uit wat je moet weten over programma keuzes op je camera, zoals het effect van de modus op je foto.

De belichtingsdriehoek: hoe zat dat ook al weer?

De belichting van je foto wordt beïnvloed door drie factoren: het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde. Deze drie waarden zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer je bij een juiste belichting het diafragma aanpast, verandert de sluitertijd automatisch mee.

Het diafragma zegt iets over de opening in de lens. Hou groter het diafragma (lees: kleiner getal), hoe vager de achtergrond. De sluitertijd zegt iets over hoe lang de foto belicht wordt. De ISO zegt iets over de lichtgevoeligheid.

Programma keuzes op je camera

De programma keuze van de camera geeft aan welke van deze drie variabelen (diafragma, sluitertijd, ISO) ‘voorrang’ krijgt bij het maken van een foto. Dit heeft effect op het eindresultaat.

Samengevat: de programma keuzes van je camera bepalen de manier van belichting.

De termen auto, P, Tv, Av en M stand zijn termen die gebruikt worden door canon. Bij andere merken worden deze programma keuzes ook wel auto, P, S, A en M genoemd.

Auto: de camera regelt alles zelf

Wat doet de auto-stand?

De auto-stand is voor domme fotograferen, wordt er wel eens gekscherend gezegd. De camera bepaalt dan ALLES voor je. De sluitertijd en de scherptediepte, maar ook de ISO én het gebruik van de flits.

De camera is zo geprogrammeerd dat een foto gemiddeld goed is. In de praktijk fotografeer je niet altijd onder gemiddelde omstandigheden, de camera zit er in de auto-stand vaak naast.

Wanneer gebruik je de auto-stand?

Ehhhh, nooit ?!? Heb je geen tijd om de camera helemaal handmatig in te stellen? Zet hem dan op de P-stand. (Zie hieronder.)

P-stand: program stand

Wat doet de P-stand?

De camera kiest op basis van de beschikbare hoeveelheid licht welke sluitertijd en diafragma. De fotograaf houdt de regie over de iso en het gebruik van de flitser.

Wanneer gebruik je de P-stand?

De P-stand is lekker makkelijk wanneer er voldoende licht aanwezig is. Je hoeft niet bang te zijn op rare ISO-waarden en je flitser klapt niet ineens op een ongewenst moment omhoog. (Dit gebeurt alleen in de auto-stand.)

Door aan het wieltje te draaien kun je de diafragma en sluitertijd gemakkelijk aanpassen aan de situatie. Bij een volgende foto kiest de camera vanzelf weer de ‘beste’ sluitertijd en het ‘beste’ diafragma.

Tv-stand: shutter priority (sluitertijd prioriteit)

Wat doet de Tv-stand?

Bij de Tv-stand stelt de fotograaf de sluitertijd in, en de camera regelt de rest. Als jouw camera op 1/500 staat, zullen alle foto’s gemaakt worden met een sluitertijd van 1/500.

Wanneer gebruik je de Tv-stand?

De Tv-stand gebruik je wanneer de sluitertijd bepalend is voor de foto. Bijvoorbeeld wanneer je een kind of dier wilt fotograferen wat snel beweegt. Door de Tv-stand te gebruiken voorkom je dat je onderwerp bewogen op de foto staat.

Ook wanneer je (van statief) een lange sluitertijd wilt, is de Tv-stand ideaal. Je vangt zo bijvoorbeeld de lichtstrepen van auto’s in de nacht of je zorgt dat een waterval een mooie sprookjesachtige waas krijgt.

Av-stand: Aperture priority (diafragma prioriteit)

Wat doet de Av-stand?

De Av-stand zet het diafragma vast. Dit is bepalend voor de scherptediepte van de foto.

Wanneer gebruik je de A-stand?

De Av-stand gebruik je wanneer het diafragma belangrijk voor de foto. Soms wil de fotograaf een kleine scherptediepte, bijvoorbeeld omdat dat een mooie romantische sfeer geeft. Soms wil de fotograaf een grote scherptediepte, bij landschappen is het mooi wanneer de hele foto scherp zit.

Ook bij portretten is de scherptediepte bepalend, je wilt dat minimaal de ogen en vaak ook de neus van de geportretteerde in focus zijn.

Lees meer over portretfotografie op reis.

M-stand: de manuele stand

Wat is de M-stand van de camera?

Bij de manuele stand moet je alles handmatig instellen: sluitertijd, diafragma en scherptediepte. De fotograaf bepaalt precies hoe de foto er uit komt te zien, en laat niks aan het toeval over. Van alle programma keuzes van je camera is de M-stand voor beginnende fotografen vaak het lastigste: om een goede foto te krijgen moet je de belichtingsdriehoek begrijpen. Of veel geluk hebben.

Wanneer gebruik je de M-stand?

De M-stand kun je altijd gebruiken. Het nadeel van de M-stand is dat het soms iets langer duurt de camera precies goed in te stellen, zeker wanneer je nog niet zo veel ervaring hebt.

De M-stand is ideaal onder moeilijke omstandigheden, de camera snapt dan niet zo goed wat er moet gebeuren. Voorbeelden hiervan zijn nachtfotografie of foto’s met lange sluitertijden (al dan niet met ND-filter).

Lees meer over nachtfotografie en filters op reis.

Auto-ISO: de camera bepaald de lichtgevoeligheid

Wat is auto-ISO?

De auto-ISO stand is geen programma keuze van de camera die onder de draaiknop zit. De auto-ISO functie zit verborgen in het keuzemenu. Bij de auto-ISO stand bepaalt de camera wat de beste ISO-waarde is voor het maken van een foto. De camera bepaalt dus de lichtgevoeligheid.

De vuistregel is dat je de ISO zo laag instelt als kan, en zo hoog als moet. Bij de meeste camera’s kun je een maximale waarde geven aan de auto-ISO stand: zo voorkom je foto’s met te veel ruis.

Wanneer gebruik je de auto-ISO stand?

Ik gebruik zelden de auto-ISO stand van de camera, ik varieer liever mijn diafragma en sluitertijd. Als de ISO omhoog moet, doe ik dat handmatig.

Toch zijn er omstandigheden te bedenken waarbij de ISO-waarde de enige waarde is, die je kan variëren. Bijvoorbeeld bij het fotograferen van snelle voorwerpen als een roofvogel in vlucht. Je sluitertijd wil je vastleggen op 1/1000s, anders is de vogel bewogen. Het diafragma wil je niet groter dan F/5.6, anders heb je te weinig scherptediepte. De enige parameter die nog te variëren valt volgens de belichtingsdriehoek is de ISO-waarde.

Welke programma keuzes zitten er op jouw camera? Weet je wat ze doen?