Welke sluitertijd kies je?

Wat is de sluitertijd van een camera? De sluitertijd of belichtingstijd is de duur dat het licht op de sensor valt bij het maken van een foto. In deze blog lees je meer over technische én creatieve keuzes voor de juiste sluitertijd.

De belichtingsdriehoek: diafragma, sluitertijd en ISO

Heb je wel eens gehoord van de belichtingsdriehoek?

De (juiste) belichting van een foto wordt bepaald door drie factoren: diafragma, sluitertijd en ISO-waarde. Wanneer je een van deze factoren aanpast, zullen de andere mee moeten veranderen om de zelfde hoeveelheid licht op de sensor te krijgen.

Tip: In andere blogs besteed ik aandacht aan diafragma en scherptediepte, ISO en de belichtingsdriehoek. Hier wil ik in gaan op de sluitertijd.

Sluitertijd of belichtingstijd

De sluitertijd van een foto meet hoe lang het diafragma open staat, en daarmee hoeveel licht er op de sensor kan vallen. Hoe langer het diafragma open staat, hoe meer licht er op de sensor valt. Wanneer de andere instellingen van je camera constant zijn, krijg je bij een langere sluitertijd een lichtere foto.

Meestal is de sluitertijd erg kort, veel minder dan een seconde.

belichtingsdriehoek sluitertijd

Instellen van de sluitertijd

De sluitertijd moet niet te kort zijn, want dan wordt de foto te donker. De sluitertijd moet ook niet te lang zijn, want dan wordt de foto onscherp.

De juiste sluitertijd wordt bepaald door de volgende factoren:

  • Fotografeer je uit de hand of van statief?
  • Beweegt je onderwerp? 
  • Wil je je onderwerp ‘bevriezen’ of kies je voor beweging? 

Bij de meeste camera’s kun je de sluitertijd vastzetten onder de knop T/Tv/S (shutter priority).

Houd de sluitertijd kort bij portretten, maximaal 1/250s.

baliem festival

Sluitertijd: fotograferen uit de hand of van statief

Wanneer het (een beetje) donker is, zal je camera kiezen voor een lange sluitertijd. Dit kan leiden tot bewegingsonscherpte. Je denkt dat je de camera stil houdt, maar stiekem beweeg je de camera een beetje bij het indrukken van de ontspan knop. Resultaat: een bewogen foto.

Hoe lang je sluitertijd ongestraft mag zijn, hangt af van verschillende factoren. Zo hebben sommige camera’s en lenzen een image stabilizer (IS bij canon, VR bij Nikon) en zo heeft de ene fotograaf een vastere hand dan de andere fotograaf.

Vuistregel is, dat bij een lens van 50mm de sluitertijd sneller moet zijn dan 1/50 seconde. Bij een lens van 100mm moet de sluitertijd sneller zijn dan 1/100 seconde. Met andere woorden: de sluitertijd moet sneller zijn dan 1/brandpuntafstand.

Tip: wanneer je de camera instelt op de zelfontspanner, houd je de camera makkelijker stabiel

Word je sluitertijd te lang? Gebruik dan een statief!

Tip: zet bij fotograferen vanaf een statief altijd de image stabilizer uit

Fotograferen van bewegende onderwerpen

Maak je een foto van een tempel, dan kan een fotograaf met een vaste hand best kiezen voor een sluitertijd van 1/60 seconde. Wil je echter een foto maken van een bewegend voorwerp, dan moet je kiezen voor een kortere sluitertijd.

Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging?

Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal.

Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde. Je wilt geen bewegingsonscherpte (van je onderwerp) in de foto.

Bevriezen of beweging?

Je wilt geen bewogen foto omdat je zelf geen vaste hand hebt. Je wilt geen bewogen foto omdat je model beweegt. 

Toch kan beweging extra dynamiek in je foto brengen en juist erg mooi zijn.

Een rijdende trein in het donker laat mooie lichtsporen achter. Een waterval vormt bij een lange sluitertijd een mooie witte waas, terwijl de druppels van deze zelfde waterval juist bevriezen!

Dit is een waterval met een lange sluitertijd.

Tip: als je foto’s wilt maken met een lange sluitertijd, kun je gebruik maken van een ND-filter.

Dit is een waterval met een korte sluitertijd, je ziet bijna de druppels.